Doorverwijzing PND
- inventariseer of er erfelijke aandoeningen of aangeboren afwijkingen in de familie voorkomen. Overleg zo nodig met een Centrum voor Prenatale Diagnostiek of een klinisch geneticus.
- Zijn er aanwijzingen voor een verhoogde kans op down-, edwards- of patausyndroom (bijvoorbeeld een eerder kind met downsyndroom), voor lichamelijke afwijkingen of voor andere erfelijke aandoeningen? Verwijs de zwangere dan door naar een Centrum voor Prenatale Diagnostiek.
- Overleg bij een indicatie voor een GUO(geavanceerd echoscopisch onderzoek ) type 1 in het tweede trimester met een Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Daar wordt namelijk bepaald of de zwangere mogelijk ook een indicatie heeft voor een GUO type 1 in het eerste trimester. Let op: blijkt de zwangere geen indicatie te hebben voor een GUO type 1 in het eerste en wél in het tweede trimester? Dan kan ze wel gecounseld worden over de 13 wekenecho.
Informatiemateriaal
Folders
De Nederlandstalige, gedrukte versies zijn te bestellen via de webshop. Je kunt de folders ook downloaden. Daarnaast zijn van de folders vertaalde versies online beschikbaar.Deze folders worden twee keer per jaar vernieuwd en gedrukt. Wij adviseren daarom geen grote voorraden van de folders te bestellen.
Animatievideo’s
De ondertitelde versie van de video’s kun je gebruiken op een wachtkamerinformatiescherm.
Informatiekaart
Je kunt als counselor de Informatiekaart gebruiken tijdens het counselingsgesprek over prenatale(tijdens de zwangerschap ) screening(onderzoek ). De kaart kan helpen om de informatie voor de zwangere toegankelijker te maken. De kaart is bedoeld om het gesprek te ondersteunen, niet om mee te geven aan de zwangere. De informatiekaart is te bestellen via de webshop.
Websites
- De wetenschappelijke studie naar de 13 wekenecho (IMITAS): www.13wekenecho.org
- Meer informatie over het eerste trimester SEO(structureel echoscopisch onderzoek ) en Peridos: www.peridos.nl/seo. Hier staan ook de toestemmingsformulieren. Voor zwangeren van 15 jaar en jonger is er een apart toestemmingsformulier en zo nodig een machtigingsformulier IMITAS.
Nevenbevindingen
- Bij de NIPT kunnen ook andere chromosoomafwijkingen (nevenbevindingen) gevonden worden en de zwangere bepaalt vooraf zelf of zij die ook wil laten onderzoeken.
- Licht kort toe dat er verschillende soorten nevenbevindingen zijn: nevenbevindingen kunnen worden gevonden bij het kind, in de placenta of – in zeldzame gevallen – bij de zwangere.
- De zwangere krijgt alleen aanwijzingen voor nevenbevindingen te horen als die mogelijk ernstig kunnen zijn voor het kind. Of die een hoger risico geven op problemen tijdens de zwangerschap.
- Soms kan er een aanwijzing zijn voor een aandoening bij de moeder.
- Als er een aanwijzing is voor een nevenbevinding, is er vervolgonderzoek nodig om zekerheid te krijgen. Dat is meestal een vlokkentest of vruchtwaterpunctie en echo-onderzoek. Benoem daarbij ook het percentage waarbij het mis kan gaan door de vruchtwaterpunctie en de vlokkentest (2 op 1000). Ook is het mogelijk dat het bloed van de aanstaande ouders onderzocht wordt.
- Als er geen nevenbevinding is te melden, is er een kleine kans dat het kind toch een chromosoomafwijking heeft.
- Wil de zwangere geen nevenbevindingen weten? Ook dan kan de zwangere soms toch een aanwijzing voor een nevenbevinding te horen krijgen. Dit gebeurt alleen als het in het belang is van de gezondheid van het kind of de moeder. Bijvoorbeeld als er een aanwijzing is voor een andere afwijking op chromosoom 21, 18 of 13. Of als er aanwijzing is voor kanker (dit is zeer zeldzaam).